Sluiting of fusie?
Samen sterk om leefbaarheid in kleine kernen te behouden.
Sluiting & fusie

Kies hier onder Sluiting of Fusie om meer te weten te komen.

Sluiting

Het schoolbestuur van een school kan onder andere voorstellen om een school te sluiten. De medezeggenschapsraad (hierna: MR) heeft in dit geval een adviesrecht. De oudergeleding en personeelsgeleding hebben vervolgens ook een instemmingsrecht op de regeling van de gevolgen van de sluiting.

Het schoolbestuur kan niet zomaar tot sluiting overgaan, zonder dat de MR daarover heeft geadviseerd. Een schoolbestuur moet ervoor zorgen dat hij:

  • op tijd advies vraagt aan de MR, zodat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming;
  • de MR in de gelegenheid stelt om met hem te overleggen voordat de MR het advies uitbrengt;
  • de MR zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte stelt wat hij met het uitgebrachte advies gaat doen;
  • de MR, als hij het advies niet of niet helemaal wil volgen, in de gelegenheid stelt nog een keer overleg met hem te voeren voordat hij het besluit definitief neemt.

De MR kan voor het beoordelen van een sluitingsvoorstel aansluiten bij de onderwerpen die in een fusie-effectrapportage (zie onder ‘fusie’) aan de orde moeten komen.

Als een schoolbestuur het advies van de MR niet volgt, kan de MR de zaak voorleggen aan de geschillencommissie. Ook als het schoolbestuur geen advies aan de MR heeft gevraagd en de MR van mening is dat het schoolbestuur hem advies had moeten vragen, kan de MR een adviesgeschil voorleggen aan de geschillencommissie.

Om tot een goed advies te kunnen komen, is het verstandig dat de MR een deskundige adviseur inschakelt. Het schoolbestuur moet deze deskundige hulp betalen.

Opheffingsnorm

Soms kan een sluiting van een school bijna niet meer worden voorkomen. Het Rijk heeft een ondergrens gesteld aan het aantal leerlingen op een school. Dit is de  zogenaamde opheffingsnorm. Als op een school het leerlingenaantal drie achtereenvolgende jaren onder de opheffingsnorm ligt, verliest zij in beginsel haar bekostiging. Ook kan het aantal leerlingen van een school onder de 23 komen. Dat noemen we de absolute leerlingennorm. Dat betekent bijna altijd dat de school moet sluiten.

In het basisonderwijs is de opheffingsnorm niet voor alle scholen hetzelfde. De opheffingsnormen zijn afhankelijk van de leerlingdichtheid in een gemeente. In een dichtbevolkt gebied kan een basisschool van 200 leerlingen al met sluiting worden bedreigd, terwijl voor een school in een zeer dunbevolkte gemeente de minimale norm van 23 leerlingen geldt. De opheffingsnormen kunnen ook binnen een gemeente verschillen. De opheffingsnormen voor het basisonderwijs vindt u hier (link naar opheffingsnormen).

Uitzonderingssituaties

Klik hier voor een overzicht van de uitzonderingssituaties (pdf)

Fusie

Een school kan te maken krijgen met een fusievoorstel. Een fusie van een school of scholen is voor iedereen een ingrijpende gebeurtenis. De medezeggenschapsraden van de betrokken scholen hebben dan ook een instemmingsrecht. Dat betekent dat een schoolbestuur alleen met instemming van de MR een school kan laten fuseren.

Het schoolbestuur kan niet eenzijdig overgaan tot een fusie zonder dat de MR heeft ingestemd met de fusie en de bijbehorende fusie-effectrapportage (de FER). De FER is het ‘huiswerk’ van het schoolbestuur om aan de MR te laten zien waar allemaal aan is gedacht, bijvoorbeeld:

• Reden voor de fusie
• Alternatieven voor de fusie
• Het tijdspad
• Doelen van de fusie
• Effecten van de fusie op de keuzevrijheid van ouders, spreiding en diversiteit

Het schoolbestuur moet de FER samen met het voorgenomen besluit tot fusie, voorleggen aan de MR. De MR kan dan met een meerderheid ofwel instemmen met de fusie, ofwel geen instemming verlenen aan de fusie. Om tot een goede afweging te kunnen komen, is het verstandig dat de MR deskundige hulp inschakelt. De kosten hiervan worden door het schoolbestuur vergoed.

Als de MR geen instemming verleent aan de fusie, dan kan het schoolbestuur ervoor kiezen om af te zien van de voorgenomen fusie. Als het schoolbestuur de school toch wil laten fuseren, dan kan hij naar de geschillencommissie gaan om vervangende instemming te vragen. Als het schoolbestuur dit doet, zal de geschillencommissie toetsen of de MR in redelijkheid zijn instemming heeft kunnen onthouden en of er zwaarwegende belangen zijn om het intentiebesluit tot fusie rechtvaardigen. De praktijk leert dat de geschillencommissie het standpunt van de MR zeer serieus neemt en dat de vervangende instemming niet snel zal worden gegeven, zolang de MR zijn standpunt zorgvuldig onderbouwt.

Help ons de kleine scholen te behouden in Nederland en word DONATEUR!

Voor € 25, – per jaar ben je donateur met je school, ouderraad, actiegroep en/of dorpsraad. Samen staan we sterk!

Wil je persoonlijk de stichting steunen? Voor een eenmalige bijdrage van € 12,50 ben je donateur.

NL10RABO0107341336 t.n.v. St. Behoud Kleine Scholen o.v.v. van DONATEUR

Stappenplan

De MR kan de volgende stappen volgen als het schoolbestuur een school of dorp met een voorgenomen fusie of sluiting confronteert:

  1. Het schoolbestuur informeert de MR dat het schoolbestuur het voornemen heeft om de school te laten fuseren of te sluiten
  2. De MR gaat onderzoeken hoe de achterban (ouders/personeelsleden) over dit voornemen denkt. Dit kan de MR doen door:
  • Met de ouders, ouderraad en oudergeleding van de MR overleg te voeren;

  • Ouders te laten overleggen met lokale politieke partijen;
  • Een argumentatielijst op te stellen met argumenten voor en tegen de voorgenomen fusie of sluiting;

  • Een deskundige MR-adviseur in te schakelen;
  • Een ouderavond te organiseren met bijvoorbeeld een spreker van de SBKS en/of een deskundige MR-adviseur en een spreker van het schoolbestuur;

  • Deel te nemen aan het kennisnetwerk van de SBKS;

  • Te onderzoeken of er alternatieven voor een fusie of sluiting zijn/Onderzoek te doen naar alternatieven voor een fusie of sluiting.

  1. In de tussentijd is het van belang dat de MR het vertrouwen van de ouders houdt dat de school behouden kan blijven als dat gewenst is, zodat de ouders hun kinderen niet tussentijds van school halen en het leerlingenaantal van de school alsnog onder de opheffingsnorm valt.
  2. De MR stemt aan de hand van de uitkomst van stap 2 wel of niet in met een voorgenomen fusie of de MR adviseert positief of negatief over het voorgenomen sluitingsbesluit.
  3. Als de MR niet instemt met de voorgenomen fusie, kan het schoolbestuur besluiten om de fusie niet door te laten gaan. Het schoolbestuur kan het geschil eveneens voorleggen aan de geschillencommissie.
  4. Als de MR negatief adviseert over een voorgenomen besluit tot sluiting, zal het schoolbestuur moeten aangeven of deze het advies van de MR wel of niet volgt.
  5. Als het schoolbestuur het advies niet volgt, kan de MR het geschil voorleggen aan de geschillencommissie.
Medezeggenschap: de rol van de MR

Een belangrijke rol bij het vertegenwoordigen van ouders, leerlingen en personeel van kleine scholen is weggelegd voor de medezeggenschapsraad (MR). Als een schoolbestuur een fusie of sluiting voorstelt, heeft de MR een instemmings- dan wel adviesrecht.

Het is belangrijk dat de MR daarvan gebruik maakt.

De MR kan zich op kosten van het schoolbestuur scholen. Als dat nodig is, kan (een geleding van) de MR gebruik maken van een deskundige adviseur. De kosten daarvan komen voor rekening van het schoolbestuur.

Veel voorkomende problemen
Als een schoolbestuur aangeeft dat hij het voornemen heeft om een school te laten fuseren of te sluiten, komen de volgende problemen veel voor:
Een schoolbestuur licht ouders te laat in.
Als een schoolbestuur een voornemen heeft om een school te laten fuseren of sluiten, moet het schoolbestuur dit in een vroeg stadium aan de MR en de ouders meedelen, zodat er nog voldoende tijd is om alternatieven te onderzoeken. In de praktijk worden ouders vaak pas te laat geïnformeerd en voelen ouders zich voor een voldongen feit gesteld.
Leden van de MR hebben onvoldoende kennis van hun bevoegdheden en de mogelijkheden voor het behoud van de school.

Door onvoldoende kennis van de MR-leden kan het zijn dat zij niet tijdig de juiste stappen zetten. Zodoende komt de school in de gevarenzone. Het is dringend aan te bevelen dat de MR in gevallen van een voorgenomen fusie of sluiting een deskundige MR-adviseur in de arm neemt. Het schoolbestuur is verplicht om de kosten voor deze deskundige te betalen.

Ouders halen hun kind van school na de mededeling van het voornemen tot fusie of sluiting.

Als een schoolbestuur meldt de school te willen fuseren of sluiten, komt het in de praktijk regelmatig voor dat ouders op zoek gaan naar een andere school voor hun kinderen. Zij zijn in de veronderstelling dat een dergelijke fusering of sluiting daadwerkelijk zal plaatsvinden. Het gevolg is dat het leerlingenaantal onder de opheffingsnorm komt, waardoor de school moet fuseren of sluiten. Ouders weten vaak niet wat de bevoegdheden van de MR zijn. Als de MR niet instemt met een voorgenomen fusie, gaat de fusie niet door (als er voldoende leerlingen zijn). Het is een belangrijke taak van de MR om het vertrouwen bij de ouders te behouden. De MR kan bijvoorbeeld een ouderavond organiseren in samenspraak met een adviseur. 

Het schoolbestuur zet de personeelsgeleding van de MR onder druk.
De personeelsleden die in de MR zitten worden regelmatig onder druk gezet door het schoolbestuur dat hun baan of carrièremogelijkheden op het spel staat als ze niet meewerken aan de plannen van het schoolbestuur. Om de personeelsgeleding hier niet mee te belasten, is het mogelijk en verstandig dat alleen de oudergeleding van de MR een deskundige inschakelt.

Bestuur Stichting Behoud Kleine Scholen

Voorzitter
Jet Schuijt

Secretaris
Marjolein van den Berg

Penningmeester
Evelyn Broekhuis-Snieders

Bestuurslid
Wilma van Melis

Stichting Behoud Kleine Scholen

Stichting Behoud Kleine Scholen

Wolfsbergweg 2,
7636 PS Agelo

Gegevens Stichting

Bank: Rabobank
IBAN: NL10RABO107341336
BIC: RABONL2U
KvK nr: 57834326

© Stichting Behoud Kleine Scholen 2020| Webdesign by Maatwerk24